uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 mei 2023 in de zaak tussen
[naam eiser 1] en [naam eiser 2] , uit [plaatsnaam 1] , eisers
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Middelburg .
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: [naam vergunninghouder] uit [plaatsnaam 2] (vergunninghouder).
Inleiding
1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eisers tegen het bestreden besluit van het college van 22 november 2022 betreffende de aan vergunninghouder verleende omgevingsvergunning voor het bouwen van een vrijstaande woning op het perceel [adres] 1 te [plaatsnaam 3] .
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.
Beoordeling door de rechtbank
2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 184,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een ‘goede’ reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Hebben eisers het griffierecht tijdig betaald?
4. De griffier heeft eerst bij gewone brief en vervolgens bij aangetekend verzonden brief van 2 februari 2023 eisers in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van zowel de eerste brief als de tweede (aangetekende) brief.
4.1.
De enveloppe waarin deze aangetekende brief is verzonden, is ongeopend ter griffie terugontvangen. Blijkens de na de retourontvangst ingewonnen informatie staan eisers in de basisregistratie personen ingeschreven op het adres zoals vermeld op de brief.
4.2.
Bij brief van 24 februari 2023 is de brief van 2 februari 2023 nogmaals gestuurd, nu per gewone post en met een laatste termijn voor betaling van het griffierecht van twee weken na die dagtekening.
4.3.
Eisers hebben het griffierecht niet op tijd betaald.
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
5. Eisers hebben geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.
Conclusie en gevolgen
6. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van D. Alblas, griffier, op 23 mei 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: