RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
parketnummer: 02/118511-22
vonnis van de meervoudige kamer van 14 juli 2023
[verdachte01]
geboren op [geboortedatum01] 1999 te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] )
wonende te [adres01] ( [postcode01] ) [plaats01] ( [land01] )
raadsvrouw mr. A. Huseinovic, advocaat te Tilburg
5
De strafbaarheid
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
8
De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a en 420 bis van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
9
De beslissing
De rechtbank:
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4. is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
opzetwitwassen
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 30 dagen, waarvan 27 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar
;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaarde
dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- verklaart verbeurd het inbeslaggenomen voorwerp, te weten;
* € 8.000,00 van goednummer PL2000-2022120003-2459696.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.H. de Brouwer, voorzitter, mr. J.C.A.M. Los en mr. R.H.M. Pooyé, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.M. Heitzman, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 14 juli 2023.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.