De procesgang blijkt uit de dagvaarding van 16 mei 2023 met producties.
2
Het geschil en de beoordeling
2.1
Eiseres heeft op de bij dagvaarding omschreven gronden, welke hier als herhaald en ingelast gelden, gevorderd gedaagde te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 118,06 te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 76,72 vanaf 16 mei 2023 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
2.2
Gedaagde is, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet ter zitting verschenen en heeft ook niet tijdig een schriftelijk antwoord ingediend of om uitstel verzocht, zodat tegen deze verstek is verleend.
2.3
Nu eiseres gevestigd is te Zwitserland, draagt onderhavige procedure een internationaal karakter. Allereerst dient daarom de vraag te worden beantwoord of de Nederlandse rechter bevoegd is van onderhavige vordering kennis te nemen. Nederland en Zwitserland zijn beide partij bij het EVEX II Verdrag inzake. Nu gedaagde woonachtig is in Nederland, is op grond van artikel 15 van het EVEX II Verdrag de Nederlandse rechter bevoegd.
2.4
Voorts is van belang welk recht op de overeenkomst van toepassing is. Hierover wordt het volgende overwogen. Eiseres heeft gesteld dat zij middels cessie heeft overgedragen gekregen de openstaande vordering uit hoofde van een tussen Zalando SE (hierna: Zalando) en gedaagde gesloten consumentenovereenkomst. Ingevolge artikel 14 lid 2 van de in deze zaak toepasselijke Verordening Rome I wordt de betrekking tussen eiseres als cessionaris en gedaagde als schuldenaar beheerst door het recht dat op de gecedeerde vordering van toepassing is. Gelet op artikel 11 lid 1 van de algemene voorwaarden van Zalando in samenhang met artikel 6 lid 2 Verordening Rome I is dat in dit geval Nederlands recht.
2.5
Nu de vordering de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal deze worden toegewezen, behoudens het volgende.
2.6
Gedaagde wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, waaronder tevens de nakosten, aan de zijde van eiseres tot op heden vastgesteld op:
- dagvaardingskosten € 107,84
- griffierecht € 128,00
- salaris gemachtigde
€ 39,00
totaal € 274,84.
2.7
De nakosten worden begroot op € 19,50 (half salarispunt met een maximum van
€ 132,00) aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van de uitspraak.
3
De beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen een bedrag van € 118,06 te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 76,72 vanaf 16 mei 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening;
veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 274,84;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 12 juli 2023.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: