10
De beslissing
De rechtbank:
- verklaart het primair tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het primair bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
poging tot moord;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 10 (tien) jaar
;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- gelast de teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
* een telefoon van het merk Samsung
(kenmerk G2511586)
* een computer van het merk Asus
(kenmerk G2514859)
Benadeelde partij [slachtoffer01]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer01] een bedrag van € 1.345.175,08 waarvan € 1.145.175,08 aan materiële schade en € 200.000,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 7 oktober 2022 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het resterende deel van de vordering, met betrekking tot vergoeding van immateriële schade (ter hoogte van € 100.000,-) niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige deel af;
Schadevergoedingsmaatregel
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer01] ter zake van het bewezenverklaarde feit € 1.345.175,08 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 7 oktober 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 365 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [slachtoffer02]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer02] tot een bedrag van € 15.000,- dat geheel bestaat uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 7 oktober 2022 tot aan de dag der voldoening.
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
Schadevergoedingsmaatregel
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer02] ter zake van het bewezenverklaarde feit € 15.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 7 oktober 2022 tot aan de dag der voldoening.
- bepaalt dat bij niet betaling 110 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [slachtoffer03]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer03] tot een bedrag van € 15.000,- dat geheel bestaat uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 7 oktober 2022 tot aan de dag der voldoening.
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
Schadevergoedingsmaatregel
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer03] ter zake van het bewezenverklaarde feit € 15.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 7 oktober 2022 tot aan de dag der voldoening.
- bepaalt dat bij niet betaling 110 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Skalonjic, voorzitter, mr. R.J.H. van der Linden en mr. J.P.E. Mullers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P.A.C. Admiraal, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 28 september 2023.
Mr. van der Linden, mr. Mullers en mr. Admiraal zijn niet in de gelegenheid om dit vonnis mede te ondertekenen.