2.4.
Partijen zijn op 14 oktober 2011 als vennoten een maatschapsovereenkomst overeengekomen. De maatschapsovereenkomst luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
1. De maatschap zal aanvangen op
1 januari 2012
en is aangegaan voor onbepaalde tijd.
2. Ieder der vennoten heeft het recht de maatschap op te zeggen, mits met inachtneming van een termijn van 6 maanden en slechts tegen het einde van een boekjaar. De opzegging dient te geschieden per aangetekende brief aan de andere vennoten.
(…)
HUISVESTING EN VOORKEURSRECHT
Artikel 7
(…)
4. (…)
Voorts zijn partijen overeengekomen dat zij elkaar over en weer een voorkeursrecht van koop geven voor het geval een der partijen wil overgaan tot verkoop van zijn l/3e of 1/2 onverdeeld aandeel in voormelde onroerende zaak [adres] te [plaats 1] .
Een partij zal verplicht zijn gemeld aandeel in de onroerende zaak te koop aan te bieden aan de andere partije indien dit aandeel behoort tot een besloten vennootschap en de aandeelhouder(s) wens(t)(en) de aandelen in deze vennootschap te vervreemden.
Deze verplichting geldt niet voor het geval de rechtsopvolger(s) onder algemene titel overgaan tot verdeling van de aandelen aan één van hen.
Dit voorkeursrecht van koop is aangegaan onder de volgende bepalingen en bedingen:
-
Indien een vennoot voornemens is zijn aandeel in de onroerende zaak te verkopen is hij verplicht de andere vennoot daarvan bij aangetekend schrijven op de hoogte brengen.
-
Binnen één maand na ontvangst van dit schrijven is de andere vennoot verplicht - eveneens bij aangetekend schrijven - mee te delen of hij/zij van zijn/haar voorkeursrecht gebruik wenst te maken bij gebreke waarvan het hiervoor vermeld voorkeursrecht van koop is vervallen. Indien de andere vennoot van zijn/haar voorkeursrecht gebruik wenst te maken zal de koopsom in onderling overleg worden vastgesteld of zo partijen het - binnen drie weken na acceptatie van het recht - niet eens worden over de koopsom zal deze worden vastgesteld door drie deskundigen, waarvan elke partij (verkoper en koper) er één benoemt terwijl de aldus benoemde deskundigen tezamen de derde zullen benoemen.
De vaststelling van de koopsom door de deskundigen dient binnen drie weken te geschieden nadat zij zijn benoemd.
Nadat de koopsom aldus is vastgesteld zijn beide partijen gebonden en is er een koopovereenkomst ontstaan, en dient de levering binnen twee maanden te geschieden onder gelijktijdige betaling van de koopsom; de kosten van de akte alsmede de overdrachtsbelasting zijn voor rekening van de verkrijger.
Indien de vennoot aan wie het onverdeeld l/3e of 1/2 aandeel is aangeboden van hun voorkeursrecht geen gebruik maakt is de aanbieder vrij om de onroerende zaak aan (een) derde(n) te vervreemden.
Voor het geval een vennoot overgaat tot vervreemding van zijn aandeel in de onroerende zaak zonder de andere vennoot in de gelegenheid te hebben gesteld tot aankoop verbeurt de nalatige vennoot ten behoeve van de andere vennoot een direct opeisbare boete van honderdduizend euro (€100.000,00).
5. De vennoten sub 1 en 2. verplichten zich bovendien jegens elkaar hun onverdeeld aandeel in het voormelde pand aan het [adres] te [plaats 1] over te dragen indien een der genoemde gevallen van artikel 10 zich voordoen. Het in artikel 7 lid 4 genoemde voorkeursrecht van koop geldt in die gevallen.
(…)
BEËINDIGING
Artikel 10
De maatschap eindigt:
a. door ontbinding in onderling overleg;
b. door opzegging overeenkomstig het in artikel 3 bepaalde;
(…)
g. door aan een vennoot c.q. aan de directeur van één van de vennoten sub 1 en 2 verleend ontslag als notaris.
(…)
Artikel 12
Bij het beëindigen van de maatschap in onderling overleg worden tevens de gevolgen daarvan geregeld.
2. Bij het eindigen van de maatschap anders dan in onderling overleg heeft de vennoot die niet heeft opgezegd c.q. in wie niet de oorzaak van de beëindiging is gelegen, het recht de praktijk van de maatschap voort te zetten, alsmede, indien hij/zij zodanige voortzetting wenst, het recht op hetzij de verblijving hetzij de toescheiding aan haar/hem van de zaken der vennootschap, een en ander, indien zij/hij het verlangen daartoe binnen 6 maanden na het eindigen der maatschap per aangetekende brief gericht aan de uitgetreden vennoot of diens rechtsopvolger(s) te kennen geeft, derhalve onverminderd de plicht en bevoegdheid voor de uitgetreden vennoot c.q. haar directeur zijn/haar ambt te blijven uitoefenen.
1. In alle gevallen waarin de voortzettende vennoot verplicht is tot een uitkering aan de uitgetreden vennoot of diens rechtsopvolger(s), zal hij/zij gehouden zijn deze schuld te voldoen binnen één jaar nadat de beëindiging van de maatschap plaatsvond. De schuld draagt rente naar het percentage alsdan verschuldigd voor de niet-opvraagbare kapitaalgedeelten vermeerderd met twee procentpunten, te rekenen vanaf het moment van uittreden van de betreffende vennoot.
(…)
GESCHILLEN
Artikel 16
Alle geschillen welke tussen de vennoten mochten ontstaan naar aanleiding van of in verband met de uitvoering van deze overeenkomst of van nadere overeenkomsten welke daarvan het gevolg mochten zijn, zullen door scheidsmannen worden beslecht.
Een geschil is aanwezig wanneer één van de vennoten verklaart dat dit het geval is. De vennoot die arbitrage verlangt, zal daarvan schriftelijk mededeling doen aan de andere vennoten en de benoeming van drie arbiters verzoeken aan de voorzitter van de Notariële Beroepsorganisatie. Indien bedoelde voorzitter die benoeming niet heeft gedaan binnen één maand na een desbetreffend tot hem gericht verzoek, zal de benoeming gevraagd kunnen worden aan de president van de rechtbank te Amsterdam.
Voorziening tegen de door de voorzitter c.q. de president op verzoek te geven beslissing is uitgesloten. De arbiters zullen uitspraak doen als goede mannen naar billijkheid en daarbij tevens beslissen wie de arbitragekosten zal dragen. Van de arbitragebeslissing zal geen beroep mogelijk zijn.
(…)”