Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBZWB:2024:2561

Rechtbank Zeeland-West-Brabant
11-04-2024
19-04-2024
420425 / JE RK 24-501
Personen- en familierecht
Rekestprocedure

Geschillenregeling

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht

Zaaknummer: C/02/420425 / JE RK 24-501

Datum uitspraak: 11 april 2024

Beschikking over de geschillenregeling in het kader van ondertoezichtstelling

in de zaak van

STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT, locatie Etten-Leur,

hierna te noemen: de gecertificeerde instelling (de GI),

over de minderjarige

[minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2007 in [geboorteplaats] ,

hierna te noemen: [minderjarige] ,

wonende te [woonplaats] ,

feitelijk verblijvende bij [jeugdzorginstelling] te [plaats 1] ,

advocaat: mr. M. Hofland te Breda.

De rechtbank merkt als belanghebbenden in deze zaak aan:

[minderjarige] , voornoemd,

[de moeder]

hierna te noemen: de moeder,

wonende in [woonplaats] ,

advocaat: mr. A. Koop- Van Vliet te Breda.

1 Het verloop van de procedure

1.1.

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op

20 maart 2024.

1.2

Op 11 april 2024 heeft de kinderrechter de zaak behandeld tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren. Daarbij waren aanwezig en zijn gehoord;

- de advocaat van [minderjarige] ;

- de advocaat van de moeder;

- een vertegenwoordiger van de GI.

1.3

Na afloop van de zitting heeft de kinderrechter [minderjarige] telefonisch contact gehad met [minderjarige] .

1.4

De zaak is gelijktijdig behandeld met het verzoek van de GI tot het verlenen van een machtiging gesloten jeugdhulp, zaaknummer C/02/420940 JE RK 24-585. In beide zaken wordt een afzonderlijke beschikking gewezen.

2 De feiten

2.1.

De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .

2.2

[minderjarige] verblijft sinds 6 juni 2023 in een accommodatie gesloten jeugdhulp, te weten [jeugdzorginstelling] te [plaats 1] .

2.3

Bij beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 10 november 2023 is [minderjarige] onder toezicht gesteld van de GI, met ingang van 10 november 2023 tot 10 november 2024. Tevens is een machtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp van 10 november 2023 tot 10 mei 2024.

3 Het verzoek

3.1.

De GI verzoekt:

  1. op grond van artikel 1:262b van het Burgerlijk Wetboek (BW) een beslissing te nemen op het onderhavige geschil, te weten: toestemming te geven dat [minderjarige] elk weekend van vrijdag tot en met maandag op verlof kan gaan naar haar halfzus en diens partner, wonend in [plaats 2] .

  2. de te geven beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4 De standpunten

4.1.

De GI legt aan haar verzoek het volgende ten grondslag.

[minderjarige] verblijft sinds 6 juni 2023 bij de gesloten jeugdhulp van [jeugdzorginstelling] . Sinds de zomer van 2023 heeft zij contact gezocht met haar vader en andere familieleden in [plaats 2] . Het afgelopen half jaar heeft [minderjarige] haar vrijheden bij [jeugdzorginstelling] opgebouwd. Sinds januari 2024 gaat zij elk weekend van vrijdag tot en met maandag naar haar halfzus en diens partner op verlof. Zij heeft dan ook contact met haar vader en haar oma (vaderszijde). [minderjarige] wil na de gesloten plaatsing bij haar halfzus in [plaats 2] gaan wonen. Zij wil graag contact houden met haar vader en oma. De moeder is hiervan op de hoogte.

De halfzus, vader en oma zijn Jehova getuigen. [minderjarige] heeft kennis gemaakt met het geloof en heeft zelf de keuze gemaakt om aan te sluiten bij deze geloofsovertuiging. [minderjarige] zegt dat zij door het geloof meer rust heeft gekregen. Zij ervaart ondersteuning van haar halfzus en haar vader wanneer het niet goed met haar gaat.

De moeder heeft na de zitting van 14 maart 2024, over erkenning van de vader en gezag beëindiging van de moeder, kenbaar gemaakt niet langer haar toestemming te verlenen voor het verlof van [minderjarige] bij haar halfzus. Dit zorg voor veel onrust bij [minderjarige] waardoor zij stress ervaart en zichzelf beschadigt.

Sinds de gesloten plaatsing is er geen contact meer geweest tussen [minderjarige] en de moeder. De reden hiervoor is dat [minderjarige] zich niet gesteund voelt door haar moeder. Tot op heden is het niet gelukt om overeenstemming met de moeder te bereiken. De moeder blijft bij haar standpunt en wenst niet langer dat [minderjarige] gedurende haar verlof naar haar halfzus in [plaats 2] gaat.

De GI acht het in het belang van [minderjarige] dat zij haar verlof bij haar halfzus kan doorbrengen. De GI ziet dat dit een positief effect heeft op het gedrag en de ontwikkeling van [minderjarige] . [minderjarige] praat meer over haar emoties en de schoolresultaten zijn goed. Bovendien wordt door de pleegzorgorganisatie onderzoek verricht naar eventuele mogelijkheden van een netwerkpleeggezin.

Gelet op het vorenstaande stelt de GI dat er sprake is van een geschil in het kader van de ondertoezichtstelling waarvoor een oordeel van de rechtbank in het belang van de minderjarige wordt geacht.

4.2

Tijdens de mondelinge behandeling is daar door de GI aan toegevoegd dat pleegzorg goed gaat onderzoeken of plaatsing van [minderjarige] bij haar halfzus mogelijk is wanneer haar verblijf bij [jeugdzorginstelling] is beëindigd. Daarbij zal bekeken worden welke hulpverlening [minderjarige] nog nodig heeft. Deze hulpverlening kan worden voortgezet in [plaats 2] .

4.3

Namens de moeder is tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat de advocaat van de moeder niet de gelegenheid heeft gehad om de moeder uitgebreid te spreken voor de zitting. De moeder heeft verteld dat zij niet alle stukken heeft ontvangen. In maart is de moeder er tijdens een andere zitting bij de rechtbank achter gekomen dat er achter de rug van de moeder om contact is gelegd tussen [minderjarige] en haar halfzus, en kennelijk ook met de vader en de oma vaderszijde. Zij ziet risico’s in contact tussen [minderjarige] en haar vader. De moeder heeft er ook bezwaar tegen dat [minderjarige] alleen met de trein naar [plaats 2] reist vanuit [jeugdzorginstelling] , dit gelet op de problematiek van [minderjarige] . De moeder maakt zich hier zorgen over. Zij wil [minderjarige] het contact met haar halfzus niet ontnemen, maar het moet wel veilig zijn. Daarnaast wil de moeder dat zij wordt meegenomen in de beslissingen die over [minderjarige] worden genomen. Het is in het belang van [minderjarige] dat de informatievoorziening goed is.

4.4

De advocaat van [minderjarige] heeft tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat [minderjarige] helemaal is opgebloeid nadat het contact met haar halfzus en haar vader is ontstaan. Op het moment dat zij niet meer op weekendverlof naar haar halfzus mocht is zij compleet ingestort. De gedragswetenschapper die haar heeft gezien in het kader van het verzoek tot een machtiging gesloten jeugdhulp, heeft duidelijk gemaakt dat zij een verband ziet tussen de terugslag van [minderjarige] en het verbieden van het verlof. Het is de grootste wens van [minderjarige] om weer naar haar halfzus te kunnen gaan. Zij hoopt dat zij daar in de toekomst kan gaan wonen. [minderjarige] is zich ervan bewust dat zij nog hulpverlening nodig heeft en zij zet zich hiervoor in. De vader en de halfzus van [minderjarige] zijn zeer betrokken bij [minderjarige] . Vanaf het moment dat het weekendverlof niet meer werd toegestaan, zijn zij [minderjarige] een aantal keer gaan bezoeken bij [jeugdzorginstelling] . De veiligheid van [minderjarige] is tijdens het verlof en het vervoer ernaar toe voldoende gewaarborgd. Zo zijn de vader en de halfzus [minderjarige] al een aantal keer met de auto gaan halen. Het is in het belang van [minderjarige] dat het verzoek van de GI wordt toegewezen. Voorts zal met de hulpverlening goed gekeken moeten worden naar het perspectief van [minderjarige] .

4.5

[minderjarige] heeft in het telefoongesprek met de kinderrechter bevestigd dat zij heel graag weer op weekendverlof naar haar halfzus in [plaats 2] wil gaan.

5 De beoordeling

5.1.

Naar aanleiding van de overgelegde stukken en wat er tijdens de mondelinge behandeling is besproken, overweegt de rechtbank als volgt.

5.2.

Artikel 1:262b BW bepaalt dat geschillen die de uitvoering van de ondertoezichtstelling betreffen, die omtrent gedragingen als bedoeld in artikel 4.2.1 van de Jeugdwet, uitgezonderd, aan de kinderrechter kunnen worden voorgelegd. De kinderrechter neemt op verzoek van onder meer de GI een zodanige beslissing als haar in het belang van de minderjarige wenselijk voorkomt. De kinderrechter beproeft alvorens te beslissen een vergelijk tussen de betrokkenen.

5.3

Aan de hand van hetgeen door alle betrokkenen naar voren is gebracht is duidelijk geworden dat een vergelijk tussen de betrokkenen op korte termijn niet haalbaar is. Het is in het belang van [minderjarige] wel noodzakelijk dat op zeer korte termijn de knoop wordt doorgehakt.

5.4

Gelet op hetgeen door de GI, door de advocaat van [minderjarige] en door de gedragswetenschapper in haar instemmingsverklaring in het kader van het verzoek tot gesloten plaatsing naar voren is gebracht, acht de kinderrechter het in het belang van [minderjarige] dat per direct weer kan worden gestart met de weekendverloven bij haar halfzus in [plaats 2] . Deze weekendverloven zijn voor [minderjarige] helpend, in de zin dat zij daar welzijn aan ontleent. Daarnaast is er mogelijk sprake van een toekomstperspectief voor [minderjarige] . In dat opzicht is het van belang dat de GI in de komende periode kan vaststellen wat de gevolgen zijn voor [minderjarige] van verblijf bij haar halfzus en al hetgeen daarmee samenhangt. Tegelijkertijd wijst de kinderrechter erop dat er breder oog moet zijn voor het perspectief van [minderjarige] dan uitsluitend de mogelijkheid dat zij bij haar halfzus zal gaan wonen. Uiteindelijk gaat het erom dat de voor [minderjarige] in haar omstandigheden best passende oplossing gevonden zal gaan worden. Het zou daarbij zeer helpend zijn indien het gehele netwerk rondom [minderjarige] een oplossing die voor de toekomst gevonden gaat worden zal gaan ondersteunen. De kinderrechter vraagt de GI om ook hier nadrukkelijk aandacht aan te schenken.

5.5

Tijdens de mondelinge behandeling heeft de moeder via haar advocaat nog de aandacht gevraagd voor het reizen van [minderjarige] vanuit [jeugdzorginstelling] naar haar halfzus en terug. De moeder maakt zich zorgen over het feit dat onbegeleid reizen wellicht een risico voor [minderjarige] kan inhouden. Ter zitting heeft de advocaat van [minderjarige] erop gewezen dat dit aspect bij de weekendverloven wordt meegewogen. Waar nodig wordt vervoer ook geregeld in de zin dat [minderjarige] daarin begeleid kan worden. De kinderrechter gaat er vanuit dat de GI hierop ook het nodige toezicht zal uitoefenen.

5.6

De kinderrechter zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, omdat het voor de ontwikkeling van [minderjarige] noodzakelijk is dat de beslissing, ondanks een eventueel hoger beroep, meteen uitgevoerd kan worden.

6 De beslissing

De kinderrechter:

6.1

verleent aan de GI, ter vervanging van de toestemming van de moeder, toestemming tot weekendverloven, zoals verzocht door de GI voor de weekendverloven van [minderjarige] bij haar halfzus in [plaats 2] . Deze verloven vinden plaats in frequentie en op tijden zoals door de GI te bepalen;

6.2

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 11 april 2024 door mr. Van Leuven, kinderrechter, in aanwezigheid van Van Beijsterveldt als griffier, en op schrift gesteld op 19 april 2024.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.