Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBZWB:2024:2678

Rechtbank Zeeland-West-Brabant
23-04-2024
26-04-2024
10857484 AZ VERZ 23-56 (E)
Arbeidsrecht
Beschikking

Verzoek werknemer tot vernietiging opzegging afgewezen. Proeftijd in tweede arbeidsovereenkomst is wel rechtsgeldig. Eerste arbeidsovereenkomst voor de functie van Chief of Staff (CoS) is in de proeftijd beeindigd. Partijen zijn aansluitend een nieuwe arbeidsovereenkomst aangegaan voor een andere functie, Chief Digital Officer (CDO), met wederom een proeftijd. Dit proeftijdbeding is in beginsel nietig ogv artikel 7:652 lid 6, aanhef en onder b BW, maar in dit geval doet zich de uitzondering voor als bedoeld in het laatste zinsdeel van deze bepaling (de 'tenzij-bepaling'). Gelet op de functiebeschrijvingen vergt de functie van CDO duidelijk andere vaardigheden en verantwoordelijkheden dan de functie van CoS. Werkgever heeft niet vanwege de werkzaamheden die in de eerste maand feitelijk zijn verricht al voldoende inzicht verkregen. De tweede proeftijd is dus rechtsgeldig, zodat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig in de proeftijd is opgezegd. Beide arbeidsovereenkomsten moeten nog wel deugdelijk worden afgewikkeld, met o.m. betaling van de wettelijke transitievergoeding.

Rechtspraak.nl
Sdu Nieuws Arbeidsrecht 2024/173
AR-Updates.nl 2024-0598
VAAN-AR-Updates.nl 2024-0598
RAR 2024/120

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiel recht

Kantonrechter

Zittingsplaats Middelburg

Zaaknummer / rekestnummer: 10857484 \ AZ VERZ 23-56

Beschikking van 23 april 2024

in de zaak van

[werknemer] ,

te [plaats 1] ,

verzoekende partij,

verwerende partij in het voorwaardelijk tegenverzoek,

hierna te noemen: werknemer,

procederend in persoon,

tegen

[werkgever] ,

te [plaats 2] ,

verwerende partij,

verzoekende partij in het voorwaardelijk tegenverzoek,

hierna te noemen: werkgever,

gemachtigde: mr. R.R. Surquin.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift tot vernietiging van de opzegging, loonvordering en tewerkstelling, met producties;

- het verweerschrift op verzoekschrift ex art. 7:681 BW en voorwaardelijk verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst (ex 7:671b BW), met producties;

- de brief van 20 maart 2024 van [werknemer] met de reactie op het verweerschrift en tegenverzoek van [werkgever] , met producties;

- de brief van 22 maart 2024 van (de gemachtigde van) [werkgever] met aanvullende producties;

- de mondelinge behandeling op 26 maart 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en waarbij de gemachtigde van [werkgever] gebruik heeft gemaakt van spreekaantekeningen die ter zitting zijn overgelegd.

1.2.

Ter zitting is bepaald dat uitspraak zal worden gedaan.

2 De feiten

2.1.

[werkgever] heeft een onderneming op het gebied van Energy Portfolio Management. Aandeelhouders van [werkgever] zijn de heer [naam 1] (hierna: [naam 1] ) en mevrouw [naam 2] (hierna: [naam 2] ). [naam 1] is CEO en [naam 2] is werkzaam als Head of Portfolio Management.

2.2.

Partijen zijn in de zomer van 2023 via een recruitmentbureau met elkaar in contact gekomen. Dit heeft ertoe geleid dat [werknemer] per 1 september 2023 voor de duur van een jaar, met een proeftijd van een maand, bij [werkgever] in dienst is getreden in de functie van Chief of Staff (hierna: CoS), voor een arbeidsduur van 40 uur per week en tegen een salaris van € 7.500,00 bruto per maand, exclusief vakantiebijslag (hierna: de eerste arbeidsovereenkomst).

2.3.

In september 2023 hebben [naam 1] en [werknemer] gesproken over de invulling van de functie van CoS en over een mogelijke nieuwe functie binnen [werkgever] , de functie van Chief Digital Officer (hierna: CDO). Zij hebben daarna in de periode 27-29 september 2023 als volgt met elkaar gecorrespondeerd:

“(…)

Onderwerp: nieuwe arbeidsovereenkomst Chief Digital Officer en beëindigen van de actuele arbeidsovereenkomst Chief of Staff

Hallo [werknemer] ,

ik ben nog bezig met het draften van je nieuwe arbeidsovereenkomst als Chief Digital Officer per 1-10 en ik verwacht dat ik deze tot vanavond kan afronden.

Geen verassingen wat de AOK betreft, je kent deze van je actuele, alleen het definiëren van de functie / omschrijving / taken eist aandacht.

Tegelijkertijd gaan we de actuele arbeidsovereenkomst per 1-10 beeindigen.

Groeten,

[naam 1] ”

“(…)

Onderwerp: arbeidsovereenkomst CDO

Hallo [werknemer] ,

zoals besproken stuur ik je in de bijlage de concept-AOK voor Chief Digital Officer.

Ik denk dat het helder is en binnen ruimte van eerdere gesprekken.

Als er vragen zijn, laat het me weten.

Groeten,

[naam 1] ”

“(…)

Dank je wel, [naam 1] .

Ik heb eigenlijk maar twee opmerkingen:

  • -

    Ik begin weer van voren af aan met een proeftijd?

  • -

    Mijn naam is verkeerd gespeld op de laatste pagina (…)

Met vriendelijke groet,

[werknemer] | Chief of Staff”

“(…)

Hallo [werknemer] ,

Dankjewel voor je feedback.

Wat de proeftijd betreft, ga ik van het principe uit: Nieuwe functie - nieuwe overeenkomst - nieuwe proeftijd.

Je naam heb ik nu juist gespeld, excuses hiervoor.

De getekende overeenkomst is toegevoed en en zie je handtekening tegenmoed.

Ik heb er alle vertrouwen in, dat de nieuwe functie heel goed bij je past.

Groeten,

[naam 1] ”

“(…)

Goedemorgen [naam 1] ,

Prima principe, geen probleem!

Ik vertrek nu naar Rotterdam en zal vandaag tekenen.

Groeten,

[werknemer] ”

2.4.

Partijen zijn per 1 oktober 2023 een nieuwe arbeidsovereenkomst aangegaan voor de functie van CDO, voor het overige onder dezelfde arbeidsvoorwaarden als opgenomen in de eerste arbeidsovereenkomst. Ook in deze arbeidsovereenkomst (hierna: de tweede arbeidsovereenkomst of de arbeidsovereenkomst) is bepaald dat de eerste maand als proeftijd geldt (hierna: het proeftijdbeding). In de tweede arbeidsovereenkomst is voorts opgenomen dat naast de functie van CDO (artikel 2.1 en 2.2) ook nog tijdelijk de functie van CoS zal worden vervuld totdat laatstbedoelde functie door een ander wordt overgenomen (artikel 2.4).

2.5.

Op 30 oktober 2023 heeft [werkgever] de arbeidsovereenkomst met [werknemer] met onmiddellijke ingang opgezegd. Na een gesprek daarover tussen partijen, waarbij [werkgever] zich op het standpunt heeft gesteld dat zij de arbeidsovereenkomst gelet op de proeftijd van een maand op deze wijze heeft kunnen beëindigen, heeft [werknemer] bij e-mail van diezelfde dag als volgt gereageerd:

“(…)

Aangezien

1) in mijn arbeidsovereenkomst Chief Digital Officer letterlijk staat dat ik tijdelijk nog in

functie ben in mijn oude functie (Chief of Staff), en;

2) ik in mijn vorige functie als Chief of Staff en lid van het leadership team van [werkgever]

mij toen al actief bezighield op het gebied van digitalisering in zowel externe als interne

meetings, waarbij ICT onder Staff valt binnen [werkgever] ;

is het de mening van mijn advocaten dat deze specifieke casus een schoolvoorbeeld is van een

nietig proeftijdbeding.

Omdat er dus sprake is van een nietig proeftijdbeding, zet ik mijn dienstverband gewoon voort.

(…)”

2.6.

[werkgever] is niet teruggekomen van haar standpunt en heeft de opzegging van de arbeidsovereenkomst gehandhaafd. Nader overleg tussen (de advocaten van) partijen heeft niet tot een minnelijke regeling geleid.

3 Het geschil

3.1.

[werknemer] verzoekt de kantonrechter, na daartoe zijn verzoek te hebben gewijzigd:

- [werkgever] te veroordelen om over te gaan tot de juiste financiële afwikkeling van de eerste arbeidsovereenkomst;

- de opzegging van de tweede arbeidsovereenkomst door [werkgever] te vernietigen;

- [werkgever] te veroordelen tot betaling van het salaris over de maanden november 2023 tot en met maart 2024, en tot uitbetaling van de niet opgenomen vakantie-uren en de vakantietoeslag over de periode oktober 2023 tot en met maart 2024, te vermeerderen met de wettelijke rente en de wettelijke verhoging over de betreffende bedragen;

- [werkgever] te veroordelen in de proceskosten, waaronder begrepen de kosten van rechtsbijstand voorafgaand aan deze procedure;

- een voorlopige voorziening te treffen voor de duur van de procedure.

3.2.

Ter onderbouwing van zijn verzoek stelt [werknemer] – kort samengevat – het volgende. Partijen zijn per 1 september 2023 een arbeidsovereenkomst aangegaan. Deze is op 1 oktober 2023 gevolgd door de tweede arbeidsovereenkomst, echter zonder de vereiste afwikkeling van de eerste arbeidsovereenkomst, zodat die nog moet plaatsvinden. De tweede arbeidsovereenkomst is een opvolgende arbeidsovereenkomst tussen dezelfde partijen, wat maakt dat het daarin opgenomen proeftijdbeding nietig en daarmee het op 30 oktober 2023 gegeven ontslag niet rechtsgeldig is. De uitzondering op deze regel doet zich hier niet voor, omdat geen sprake is van een situatie waarin de opvolgende arbeidsovereenkomst duidelijk andere vaardigheden of verantwoordelijkheden eist dan de vorige arbeidsovereenkomst. Bij beide functies ging het feitelijk om dezelfde vaardigheden, rollen en verantwoordelijkheden en diende ook aan dezelfde personen te worden gerapporteerd. Het proeftijdontslag moet daarom worden vernietigd. Die vernietiging maakt dat de arbeidsovereenkomst op 30 oktober 2023 niet is opgehouden te bestaan maar nog voortduurt, zodat [werkgever] is gehouden om over de gehele periode vanaf 1 oktober 2023 tot de dag waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd het overeengekomen salaris en alle bijkomende vergoedingen aan [werknemer] te voldoen. Een eindafrekening per 30 oktober 2023, inclusief reiskostenvergoeding over de periode vanaf 20 tot en met 30 oktober 2023, heeft overigens nooit plaatsgevonden, aldus [werknemer] .

3.3.

[werkgever] verzoekt de kantonrechter – samengevat – het verzoek van [werknemer] af te wijzen althans te matigen. Bij wijze van voorwaardelijk tegenverzoek – voor het geval het verzoek van [werknemer] niet wordt afgewezen en de arbeidsovereenkomst nog mocht blijken te bestaan – verzoekt [werkgever] de overeenkomst op de kortst mogelijke termijn wegens een van de daartoe door [werkgever] aangevoerde redelijke gronden te ontbinden, met veroordeling van [werknemer] , uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van deze procedure.

3.4.

Als verweer en ter onderbouwing van haar voorwaardelijke tegenverzoek voert [werkgever] – kort samengevat – het volgende aan. De eerste arbeidsovereenkomst is in de proeftijd beëindigd omdat na 1 september 2023 al spoedig bleek dat [werknemer] als CoS niet op zijn plek zat. Destijds is aan [werknemer] een nieuwe arbeidsovereenkomst aangeboden voor de nieuwe functie van CDO, welk aanbod [werknemer] heeft aanvaard. De functie van CDO vergt duidelijk andere vaardigheden en verantwoordelijkheden dan de functie van CoS, zodat in dit geval sprake is van de uitzondering op de regel dat in de opvolgende arbeidsovereenkomst geen proeftijd kan worden overeengekomen. Dat en waarom (ook) voor de tweede arbeidsovereenkomst een proeftijd gold, was [werknemer] voorafgaand aan de ondertekening van die arbeidsovereenkomst duidelijk en hij heeft dat uitdrukkelijk aanvaard. De arbeidsovereenkomst is in de proeftijd opgezegd, zodat deze opzegging rechtsgeldig is. Het beroep van [werknemer] op vernietiging van de opzegging is in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ook onaanvaardbaar, gelet op zijn achtergrond en maatschappelijke positie. Zijn verzoek tot vernietiging van de opzegging moet dan ook worden afgewezen. Ook de overige verzoeken zijn niet toewijsbaar. De eindafrekening met betrekking tot de arbeidsovereenkomsten heeft al plaatsgevonden en voor zover dat nog niet het geval mocht zijn, zal daartoe alsnog worden overgegaan. Indien het verzoek tot vernietiging van de opzegging wél mocht worden toegewezen, dan dient de loonvordering van [werknemer] te worden gematigd en dient de arbeidsovereenkomst alsnog op de kortst mogelijke termijn te eindigen. Gebleken is dat [werknemer] niet over de kwaliteiten, competenties en vaardigheden beschikt die hij bij zijn sollicitatie stelde te hebben en van [werkgever] kan in de gegeven omstandigheden, ook gelet op de tweede kans die [werknemer] al is geboden, niet worden verwacht dat zij met hem nog een verbetertraject doorloopt. Daar komt bij dat [werkgever] het vertrouwen in [werknemer] is verloren en de arbeidsrelatie inmiddels duurzaam is verstoord. De arbeidsovereenkomst moet ook om die reden, dan wel vanwege de combinatie van deze beide gronden op de kortst mogelijke termijn worden ontbonden, aldus [werkgever] .

4 De beoordeling

4.1.

De vraag waar het in deze zaak om gaat, is of [werkgever] de arbeidsovereenkomst met [werknemer] rechtsgeldig per 30 oktober 2023 heeft opgezegd. Naar het oordeel van de kantonrechter moet deze vraag, gelet op de navolgende overwegingen, bevestigend worden beantwoord.

Opzegging

4.2.

De opzegging van de arbeidsovereenkomst kan ingevolge artikel 7:681 BW alleen worden vernietigd indien deze in strijd is met artikel 7:671 BW. In artikel 7:671 BW is bepaald dat de werkgever de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig kan opzeggen zonder schriftelijke instemming van de werknemer, tenzij voor de opzegging schriftelijk toestemming is verleend door het UWV, de opzegging plaatsvindt tijdens de proeftijd of deze onverwijld is gedaan wegens een dringende reden.

4.3.

[werkgever] legt aan de opzegging van de arbeidsovereenkomst ten grondslag dat de maand oktober 2023 als proeftijd gold en dat zij de arbeidsovereenkomst om die reden op 30 oktober 2023 zonder meer mocht opzeggen. Zij beroept zich daarmee op artikel 7:676 lid 1 BW waarin is bepaald dat indien een proeftijd is bedongen, ieder van partijen bevoegd is, zolang die proeftijd nog niet is verstreken, de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen.

4.4.

[werknemer] betwist de rechtsgeldigheid van deze opzegging. Naar de kantonrechter zijn stellingen begrijpt, stelt hij daartoe uitsluitend dat het proeftijdbeding nietig is.

4.5.

Daarmee ligt dus ter beoordeling voor of het proeftijdbeding rechtsgeldig is en [werkgever] de arbeidsovereenkomst op grond daarvan heeft kunnen opzeggen.

Rechtsgeldigheid proeftijdbeding

4.6.

Tussen partijen is op zichzelf niet (meer) in geschil dat de eerste arbeidsovereenkomst door opzegging daarvan door [werkgever] op 30 september 2023 (in de proeftijd) is geëindigd en dat partijen per 1 oktober 2023 de tweede arbeidsovereenkomst zijn aangegaan. De tweede arbeidsovereenkomst kwalificeert als een opvolgende arbeidsovereenkomst tussen een werknemer en dezelfde werkgever, zodat daarin ingevolge artikel 7:652 lid 6, aanhef en onder b, eerste zinsdeel BW (voorheen lid 8, aanhef en onder d BW) geen proeftijd kan worden overeengekomen. Dat maakt dat het proeftijdbeding ingevolge artikel 7:652 lid 8 BW, in beginsel, nietig is.

4.7.

Van een uitzondering op dit uitgangspunt is sprake indien de opvolgende overeenkomst duidelijk andere vaardigheden en/of verantwoordelijkheden van de werknemer eist dan de vorige arbeidsovereenkomst, zo is in artikel 7:652 lid 6, aanhef en onder b, laatste zinsdeel BW bepaald. Met deze ‘tenzij-bepaling’ heeft de wetgever bedoeld de rechtspraak van de Hoge Raad op dit punt te codificeren. Die rechtspraak houdt in dat het overeenkomen van een nieuwe proeftijd onder omstandigheden wel gerechtvaardigd kan zijn, met name als de nieuwe overeenkomst duidelijk andere vaardigheden of verantwoordelijkheden eist waarover de ervaringen gedurende de vorige dienstbetrekking geen of onvoldoende inzicht hebben gegeven. Doorslaggevend is of er in de identiteit van de arbeidsovereenkomst zoveel is veranderd, dat partijen elkaar daarin nog niet voldoende hebben kunnen leren kennen (vgl. HR 14 september 1984, NJ 1985, 244; HR 6 december 1985, NJ 1986, 230; HR 13 juni 1986, NJ 1986, 715; HR 2 oktober 1987, NJ 1988, 233).

4.8.

Naar het oordeel van de kantonrechter is in dit geval sprake van een dergelijke uitzondering. Daartoe wordt het volgende overwogen.

4.9.

Volgens [werkgever] is de functie van CoS een allround functie, waarbij het gaat om het bijsturen en optimaliseren van de interne processen en het bieden van ondersteuning aan de CEO op verschillende gebieden, terwijl de CDO verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en realisatie van een digitale strategie voor [werkgever] in brede zin en meer in het bijzonder de ontwikkeling van een digitaal handelsplatform in samenwerking met externe partners. Deze stelling van [werkgever] vindt bevestiging in de functiebeschrijvingen die in de arbeidsovereenkomsten zijn opgenomen en die als zodanig door [werknemer] niet zijn weersproken. De functie van CoS is in artikel 2 van de eerste arbeidsovereenkomst beschreven als volgt:

“2.1 De werknemer treedt in dienst in de functie van Chief of Staff (CoS).

De Chief of Staff (CoS) is binnen [werkgever] onderdeel van het Leadership Team (LT) en Management Team (MT) en rapporteert aan de CEO en het LT. Hij geeft dagelijks sturing aan de staff afdeling. Verder is de CoS ook een extensie van de CEO en zorgt ervoor dat de CEO overal tegelijk kan zijn. Fungeert als aanspreekpunt voor de organisatie. Coördineert binnen het Management Team. Zorgt voor beschikbaarheid van cruciale informatie voor alle leden van het LT en MT. Ondersteunt bij strategievorming en voorbereiding van besluitvorming. Signaleert bewegingen in de operatie die voor de CEO en het LT van belang zijn. Helpt de CEO en het LT strategisch te reflecteren waardoor ze samen een uitermate complementair team vormen.

Van wezenlijk belang is de procescomponent. De CoS fungeert als de ogen en oren van de CEO: neemt waar, signaleert en stuurt bij. Zorgt ervoor dat het LT en MT draait als een geoliede machine. Lost problemen op voordat ze ontstaan, neemt frictie weg voordat deze gevoeld wordt. De positie krijgt veel exposure naar de CEO het LT, maar is met nadruk een tweede man. Het karakter ervan is ondersteunend en faciliterend. De CoS werkt altijd in lijn met de missie, visie, kernwaarden en cultuur van [werkgever] .

Soft skills met een perfecte people radar zijn hier cruciaal. Niet alleen op interpersoonlijk vlak, maar ook op intellectueel niveau is dit een veeleisende functie.

2.2

Als zodanig zullen tot de werkzaamheden van de werknemer behoren onder andere, maar niet uitsluitend:

Strategic Project Management : Partner with the CEO, LT and MT to steer and execute strategic initiatives. Develop project blueprints, establish key milestones, and ensure prompt completion of tasks. Coordinate cross-functional teams, streamline communication, and track progress to achieve project objectives.

Decision Support : Provide valuable insights, analysis, and recommendations to assist the CEO, LT and MT in making informed decisions. Conduct research, gather data, and perform qualitative and quantitative analysis to support strategic initiatives. Present findings and recommendations in a clear and concise manner.

Operational Efficiency : Identify opportunities to enhance operational processes and introduce best practices. Simplify workflows, create and implement standardized procedures, and pinpoint areas ripe for automation and improvement. Promote efficiency throughout the organization to bolster productivity and effectiveness.

Executive Liaison : Serve as a key point of contact and liaison between the CEO, LT and internal stakeholders. Act as a trusted advisor, managing communications, and ensuring timely followup on action items. Build strong relationships with internal teams to foster collaboration and facilitate cross-functional alignment.

Cross-Functional Collaboration : Work closely with various teams within the organization to drive alignment and execution of strategic initiatives. Collaborate within the MT and across teams to ensure coordinated efforts and achieve business objectives. Foster a culture of collaboration, excellence, and accountability.

Workforce : The CoS is expected to stay up-to-date on all workforce matters that include employee progress, individual skills and training, identifies gaps in skills/expertise and finds and proposes solutions. The CoS leads by example maintaining a spirit of continuous learning and training for work related expertise and skills. The CoS is also the daily advocate of the company culture and mindset towards the workforce.

Supports With Administrative Tasks : The CoS assumes managerial and administrative responsibilities and uses staff resources effectively and efficiently to ease the administrative burden on the CEO and LT.

Closes Communication Gaps : Gaps in communication can affect the productivity and efficiency of a project, so Chiefs of Staff play an important role in identifying and closing these gaps. This may be done by assigning employees to fill communication gaps where further guidance or explanation is needed and streamlining how information is shared between departments via specialized communication tools and software.

Assists With the Hiring Process : The CoS assists with the hiring process. This is done in partnership with the LT and designated HR personnel and may include anything from screening candidates before an interview to outlining the hiring process and even drafting job descriptions.”

De beschrijving van de functie van CDO in artikel 2 van de tweede arbeidsovereenkomst luidt als volgt:

“2.1 De werknemer treedt in dienst in de functie van Chief Digital Officer. De Chief Digital Officer (CDO) is binnen [werkgever] onderdeel van het Leadership Team (LT) en rapporteert aan de CEO en het LT.

De algemene verantwoordelijkheid van een CDO bestaat erin een gedeelde visie binnen het LT voor een digitale toekomst te stimuleren en om groei, strategische, tactische en operationele digitale vernieuwing aan te sporen door de traditionele activiteiten van een organisatie om te vormen tot toekomstbestendige en waardevolle digitale activiteiten. De CDO legt bijzondere nadruk op het creëren van nieuwe waarde door het ontwikkelen en slim gebruik te maken van digitale tools, platforms, technologieën, diensten en processen.

2.2

Als zodanig zal van de CDO de volgende verantwoordelijkheden, het realiseren van volgende doelstellingen en uitvoeren van taken verwacht worden (onder andere, maar niet uitsluitend):

Doorontwikkelen als zichtbaar leider en ambassadeur voor [werkgever] op digitaal gebied

Digitale innovatie stimuleren en optreden als een verbinder en veranderaar binnen de organisatie

Het stimuleren en aanjagen van data-driven werken

Het organisatiebrede mede -ontwikkelen, -uitvoeren en -verbeteren van business intelligence onder sturing van de CEO

Opzetten en uitvoeren en evalueren van digitale strategieën, zoals maar niet uitsluitend een IOT platform strategie

Zorgen voor samenwerking, kennisdeling en digitale beste werkwijzen tussen partners en collega's om een robuust en toekomstbestendig digitaal ecosysteem te helpen ontwikkelen voor [werkgever]

Het rendement op investeringen in digitale projecten meten en waar nodig bijsturen om ervoor te zorgen dat we investeren in de juiste tools en hulpbronnen

Het creëren van nieuwe waarde uit deze ecosysteem, strategieën en platforms

Een of meerdere duidelijke en overtuigende digitale strategie ontwikkelen voor de toekomst van [werkgever] en gerelateerde bedrijven

Ervoor zorgen dat alle relevante digitale initiatieven volledig worden geïntegreerd in het strategische planningsproces van het LT

Samenwerken met teams in het hele bedrijf om innovatieve digitale oplossingen te ontwikkelen voor producten, services, processen, klantervaringen, marketingkanalen en bedrijfsmodellen

Verantwoordelijk zijn voor en centraal toezicht houden op alle projecten welke onder digitale strategieën vallen

Een intern en extern digitaal innovatie-ecosysteem uitbouwen, beheren en verder doen groeien

Voorbeelden van concrete taken:

- het inventariseren, concretiseren en verbeteren van de digitale wensen van [werkgever] (LT, afdelingen, teams) en gerelateerde bedrijven

- het in kaart brengen en evalueren van de digitale workflows zoals die nu uitgevoerd worden

- het opstellen van een of meerdere digitale strategieën, welke verder kunnen dienen voor concrete initiatieven, plannen en projecten,

- het introduceren, uitvoeren, monitoren van deze initiatieven, plannen en projecten in samenspel met alle internen en externen stakeholders

- het doorlopende begeleiden, doorontwikkelen en verbeteren van bestaande systemen zoals SalesForce in samenspel met ICT en andere interne stakeholders en gebruikers

- het rapporteren over deze initiatieven, plannen, platformen, projecten en systemen aan CEO en LT”

Gelet op deze functiebeschrijvingen heeft [werkgever] voldoende onderbouwd dat de nieuwe functie van CDO duidelijk andere vaardigheden en verantwoordelijkheden vereist dan de functie van CoS. Uit deze functiebeschrijvingen volgt immers dat de CDO, anders dan de CoS, verantwoordelijk is voor de opzet en uitvoering van de gehele digitale strategie binnen [werkgever] . Dat daartoe andere vaardigheden zijn vereist dan voor de functie van CoS, is meer dan aannemelijk. De werkzaamheden van de CDO spelen zich af op een veel meer gespecialiseerd terrein dan die van de CoS. In het licht van deze functiebeschrijvingen heeft [werknemer] zijn stelling dat het bij beide functies wel om dezelfde vaardigheden en verantwoordelijkheden gaat, onvoldoende gemotiveerd. Dat betekent dat de identiteit van de arbeidsovereenkomst met de functiewissel van CoS naar CDO wordt geacht te zijn gewijzigd.

4.10.

Of [werknemer] ná 30 september 2023 tijdelijk (ook) de functie van CoS heeft vervuld, zoals hij stelt en [werkgever] betwist, kan hierbij in het midden blijven. Ook indien dat het geval is geweest, doet dat aan de hiervoor bedoelde wijziging van de identiteit van de arbeidsovereenkomst niet af. Die omstandigheid laat immers onverlet dat voor de nieuwe functie van CDO, waarvoor [werkgever] de tweede arbeidsovereenkomst met [werknemer] is aangegaan, duidelijk andere vaardigheden en/of verantwoordelijkheden zijn vereist dan voor de functie van CoS.

4.11.

[werknemer] lijkt verder nog te stellen dat [werkgever] vanwege de werkzaamheden die hij feitelijk in september 2023 voor [werkgever] heeft verricht – los van de functiebeschrijving van CoS – reeds zodanig inzicht had verkregen met betrekking tot het functioneren van [werknemer] dat zij om die reden in de tweede arbeidsovereenkomst geen proeftijd meer heeft kunnen opnemen. De kantonrechter volgt hem hierin niet. [werknemer] stelt weliswaar dat hij zich in september 2023 ook al actief bezighield met digitalisering in zowel externe als interne meetings, maar die stelling heeft hij tegenover de betwisting daarvan door [werkgever] onvoldoende onderbouwd. De eerste arbeidsovereenkomst heeft slechts een maand geduurd. De aanwezigheid van [werknemer] als CoS bij meetings met als onderwerp digitalisering leidt niet tot de conclusie dat [werkgever] [werknemer] ook in de functie van CDO heeft moeten leren kennen, zodanig dat zij kan worden geacht eind september 2023 al over voldoende inzicht te beschikken met betrekking tot het functioneren van [werknemer] als CDO.

4.12.

Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het proeftijdbeding in de tweede arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is overeengekomen en dat [werkgever] de arbeidsovereenkomst dus op 30 oktober 2023, tijdens de proeftijd, heeft kunnen opzeggen. Dat betekent dat het verzoek van [werknemer] voor zover dat strekt tot vernietiging van de opzegging en tot doorbetaling van het salaris vanaf 1 november 2023 zal worden afgewezen.

4.13.

Hetgeen partijen in dit verband overigens nog naar voren hebben gebracht, kan niet tot een ander oordeel leiden en behoeft dus geen bespreking.

Tegenverzoek

4.14.

Ook het tegenverzoek van [werkgever] tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst kan onbesproken blijven, aangezien niet is voldaan aan de voorwaarde waaronder dat verzoek is gedaan.

Financiële afwikkeling dienstverband

4.15.

[werkgever] heeft weliswaar gesteld dat zij meent dat zij reeds tot een deugdelijke financiële afwikkeling van de arbeidsovereenkomsten is overgegaan, maar zij heeft die stelling tegenover de betwisting daarvan door [werknemer] niet standvastig en niet concreet onderbouwd. De betreffende eindafrekeningen, met daarin de eventuele niet opgenomen en nog uit te betalen vakantie-uren, de vakantiebijslag van 8% van het salaris over de maanden september en oktober 2023, eventuele reis- en andere onkostenvergoeding, alsmede de wettelijke transitievergoeding als bedoeld in artikel 7:673 BW ter zake van de beëindiging van beide dienstverbanden, alsook een bewijs van uitbetaling daarvan zijn door [werkgever] niet overgelegd, hetgeen wel van haar had mogen worden verwacht. Het verzoek van [werknemer] dat strekt tot een deugdelijke financiële afwikkeling van de arbeidsovereenkomsten zal dan ook worden toegewezen, in die zin dat [werkgever] zal worden veroordeeld over te gaan tot de financiële afwikkeling van de arbeidsovereenkomsten die vanaf 1 september 2023 tot en met 30 oktober 2023 tussen partijen hebben bestaan, door binnen veertien dagen na dagtekening van deze beschikking onder verstrekking van deugdelijke eindafrekeningen de betreffende nog aan [werknemer] verschuldigde bedragen aan hem te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de betreffende vervaldata en wat betreft de transitievergoeding te vermeerderen met de wettelijke rente daarover als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 1 december 2023, een en ander voor zover dit nog niet door [werkgever] is gedaan.

Proceskosten

4.16.

[werknemer] is de overwegend in het ongelijk gestelde partij en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [werkgever] worden begroot op:

- salaris gemachtigde € 814,00

- nakosten € 135,00

totaal € 949,00

te vermeerderen met de kosten van betekening, zoals hierna in de beslissing vermeld.

5 De beslissing

De kantonrechter

5.1.

veroordeelt [werkgever] om over te gaan tot de financiële afwikkeling van de arbeidsovereenkomsten die vanaf 1 september 2023 tot en met 30 oktober 2023 tussen partijen hebben bestaan, door binnen veertien dagen na dagtekening van deze beschikking onder verstrekking van deugdelijke eindafrekeningen de betreffende hiervoor in r.o. 4.15. bedoelde nog aan [werknemer] verschuldigde bedragen aan hem te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de betreffende vervaldata en wat betreft de transitievergoeding te vermeerderen met de wettelijke rente daarover als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 1 december 2023, tot de dag van algehele voldoening;

5.2.

wijst het verzoek van [werknemer] voor het overige af;

5.3.

verstaat dat op het tegenverzoek van [werkgever] niet behoeft te worden beslist;

5.4.

veroordeelt [werknemer] in de proceskosten van € 949,00, aan [werkgever] te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe; wordt bij niet betaling de beschikking daarna betekend, dan moet [werknemer] ook de kosten van betekening betalen;

5.5.

verklaart de veroordelingen onder 5.1. en 5.4. uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gegeven door mr. Van der Lende-Mulder Smit en in het openbaar uitgesproken op 23 april 2024.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.