Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBZWB:2024:4363

Rechtbank Zeeland-West-Brabant
27-06-2024
03-07-2024
24/4759
Omgevingsrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig

beroep niet tijdig beslissen. Uitgebreide procedure is van toepassing, dus geen termijnoverschrijding

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht

zaaknummer: BRE 24/4759


uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 juni 2024 in de zaak tussen


[eiser] , uit [plaats] , eiser

(gemachtigde: mr. J.J. Jaspers),

en

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiser heeft ingesteld omdat het college volgens hem niet op tijd heeft beslist op zijn aanvraag van 28 december 2023. Er is daarom een vergunning van rechtswege ontstaan, die het college bekend moet maken.

1.1.

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag waarop de reguliere procedure uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van toepassing is, ontstaat een vergunning van rechtswege.1Beroep tegen het niet tijdig bekend maken van een van rechtswege ontstane vergunning is mogelijk op grond van artikel 8:55f van de Awb.

2.1

Het te nemen besluit is gebaseerd op de Wabo. Die wet is vervallen als gevolg van de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024. Uit artikel 4.3 van de Invoeringswet Omgevingswet leidt de rechtbank af dat het oude recht van toepassing blijft op een besluit op een aanvraag die voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet is ingediend. De wetgever heeft echter expliciet een uitzondering gemaakt voor artikel 3.9, derde lid, eerste zin van de Wabo. Dat betekent dat vanaf 1 januari 2024 geen vergunning van rechtswege meer kan ontstaan.

2.2

De rechtbank zal dit beroep dan ook opvatten als een beroep wegens niet tijdig beslissen. Dat betekent dat de rechtbank niet kan bepalen dat het college een van rechtswege verleende vergunning bekend moet maken, maar slechts dat het college binnen een bepaalde periode alsnog een besluit op de aanvraag moet nemen.

Is het beroep ontvankelijk en gegrond?

3. Eiser heeft de aanvraag ingediend op 28 december 2023. Het college heeft in eerste instantie aangegeven dat de reguliere procedure van toepassing is en dat hij dus, na opschorting en verlenging van de beslistermijn uiterlijk op 12 mei 2024 moet beslissen. Op 9 mei 2024 stuurt het college eiser een bericht waarin hij hem te kennen geeft dat de uitgebreide procedure van toepassing is, omdat het over de verandering van een rijksmonument gaat. In dat geval heeft het college, afgezien van opschortingen en verlengingen, zes maanden om te beslissen op de aanvraag.2

Eiser heeft, uitgaande van de beslistermijn tot 12 mei 2024, het college op 17 mei 2024 in gebreke gesteld en sindsdien zijn twee weken voorbij gegaan.

3.1

Voor de beoordeling van de vraag of het college te laat is met beslissen is van belang om vast te stellen welke procedure van toepassing is. De uitgebreide procedure is van toepassing bij een vergunning voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een rijksmonument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een rijksmonument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht, voor zover hiervoor krachtens artikel 2.26, derde lid van de Wabo, een adviseur is aangewezen.3 Op grond van artikel 2.26, derde lid van de Wabo in samenhang met artikel 6.4 van het Besluit omgevingsrecht, wordt de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangewezen als adviseur voor activiteiten waarbij een rijksmonument (gedeeltelijk) wordt geslopen of er wijzigingen aan dit rijksmonument of een deel daarvan worden aangebracht, voor zover de gevolgen voor de waarde van het monument vergelijkbaar zijn met het (gedeeltelijk) slopen. Voor hem vindt de advisering plaats door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Het moet daarbij gaan om wijzigingen of sloopwerkzaamheden van ingrijpende aard.

3.2

Eiser bestrijdt dat het hier gaat om wijzigingen van ingrijpende aard. Volgens hem is het wijzigen van de reguliere procedure naar de uitgebreide procedure een oneigenlijk oplossing die het college heeft toegepast om te voorkomen dat hij te laat zou beslissen en er een vergunning van rechtswege zou ontstaan.

3.3

De werkzaamheden die blijken uit de projectomschrijving bestaan, kort samengevat, uit de volgende.

Bij het woongedeelte:

  • -

    het plaatsen van dakramen;

  • -

    het plaatsen van extra binnenwanden, zowel op de begane grond als op de verdieping;

  • -

    werkzaamheden aan en in de bestaande vloeren;

  • -

    het plaatsen van voorzetwanden met isolatie en achterzetramen;

  • -

    het verstevigen van de verdiepingsvloeren en het aanbrengen van een nieuwe badkamervloer;

  • -

    het isoleren van de schuine daken aan de binnenzijde.

Bij de voormalige stalruimte:

  • -

    het ombouwen van de voormalige stalruimte tot verblijfsruimte met keuken, woonkamer, bijkeuken, garderobe, berging en slaapkamers en een badkamer op de verdieping met alle bijbehorende werkzaamheden;

  • -

    het verwijderen van een niet-dragende muur uit 1968;

  • -

    het verwijderen van vloergedeeltes voor een vide;

  • -

    het maken van doorgangen van het woongedeelte naar de voormalige stal;

  • -

    het aanbrengen van nieuwe buitengevelkozijnen.

3.4

Eiser onderbouwt niet waarom het college zich niet op het standpunt heeft kunnen stellen dat sprake is van het ingrijpend wijzigen van een rijksmonument of een belangrijk deel daarvan als bedoeld in artikel 6.4, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2˚, van het Bor. De memorie van toelichting bij artikel 3.10, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo4 biedt geen aanknopingspunten voor het standpunt dat een ingreep als hier aan de orde niet ingrijpend is. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat op de website van de Rijksdienst een lijst met voorbeelden van adviesplichtige ingrepen is opgenomen waar onder meer is vermeld "Ingrijpende structurele wijzigingen van het casco (dat wil zeggen muren, kap, balklagen, gevels), zoals het aanbrengen van liften en nieuwe trappenhuizen" en “Het bewoonbaar maken van het bedrijfsgedeelte van een boerderij”.

Met de werkzaamheden aan de (verdiepings)vloeren, (buiten)wanden en dakconstructies, waaronder het deels verwijderen en verstevigen van vloeren en het plaatsen van dakramen en nieuwe buitengevelkozijnen, vinden er structurele wijzigingen van ingrijpende aard plaats. Zeker het verstevigen van een vloer die constructief niet voldoende is, is een structurele wijziging van het casco. Het ombouwen van de voormalige stalruimte naar woonruimte is ook een wijziging van ingrijpende aard die valt onder het bewoonbaar maken van het bedrijfsgedeelte van een boerderij. De rechtbank komt daarom tot het oordeel dat de werkzaamheden die met deze vergunning zijn aangevraagd wel degelijk van ingrijpende aard zijn.

3.5

Uit het oordeel dat de aangevraagde wijzigingen van ingrijpende aard zijn, vloeit voort dat het college zich hier terecht op het standpunt heeft gesteld dat er een adviseur is aangewezen als bedoeld in artikel 2.26 van de Wabo. Dat houdt in dat hier de uitgebreide procedure van toepassing is.

3.6

De rechtbank begrijpt, gelet op de zeer late mededeling die het college hierover heeft gedaan en de tijdsdruk die toen op de besluitvorming leek te liggen, dat dit bij eiser het beeld heeft opgeroepen dat het college de uitgebreide procedure alleen van toepassing heeft verklaard om een termijnoverschrijding te voorkomen. Dit maakt de conclusie dat hier wel degelijk sprake is van wijzigingen van ingrijpende aard en daarmee van een aanvraag waarvoor een adviseur is aangewezen en dus een aanvraag waarvoor de uitgebreide procedure geldt, niet anders en leidt er niet toe dat afgeweken moet worden van de wettelijk voorgeschreven procedure.

Conclusie

4. De rechtbank stelt vast dat ten tijde van het beroep de beslistermijn van zes maanden niet is verstreken. Die zou, zonder rekening te houden met opschortingen en verlengingen uitkomen op 28 juni 2024.

4.1.

Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Het college hoeft daarom geen dwangsom aan eiser te betalen. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. T. Peters, rechter, in aanwezigheid van mr.drs. R.J. Wesel, griffier, op 27 juni 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

griffier

rechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

1 Dit staat in artikel 3.9 van de Wabo in samenhang met paragraaf 4.1.3.3 van de Awb

2 Dit staat in artikel 3:18 van de Awb

3 Dit staat in artikel 3.10, eerste lid onder d van de Wabo

4 Kamerstukken II, 2009-2010, 32 433, nr. 3

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.