[eisers] . vordert samengevat -
1. voor recht te verklaren dat [gedaagden] niet heeft voldaan aan de veroordeling onder r.o. 4.2. van het vonnis van de rechtbank Zeeland-West Brabant, locatie Breda, met zaak- en rolnummer C/02/394212 / HA ZA 22-53 en dat [gedaagden] daardoor een dwangsom van € 50.000,00 aan [eisers] . verschuldigd is, te vermeerderen met de daarover verschuldigde wettelijke rente per 29 juni 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
II. [gedaagden] te veroordelen om het vonnis van de rechtbank Zeeland-West Brabant, locatie Breda, met zaak- en rolnummer C/02/394212 / HA ZA 22-53, alsnog volledig na te komen, binnen 14 dagen na de datum van het wijzen van dit vonnis, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag of ieder dagdeel dat [gedaagden] hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 50.000,00;
III. [gedaagden] te veroordelen om, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan [eisers] . te betalen een bedrag van € 2.631,75 in verband met de expertisekosten van [bedrijf] , inclusief de daarover verschuldigde wettelijke rente per 14 juli 2023, tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. [gedaagden] te veroordelen om, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan Van [eisers] . te betalen een bedrag van € 1.574,59 aan buitengerechtelijke incassokosten, dan wel een bedrag door de rechtbank in goede justitie te bepalen;
V. [gedaagden] te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente;
VI. [gedaagden] te veroordelen in de na de uitspraak te vallen forfaitaire nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.