Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBZWB:2024:6996

Rechtbank Zeeland-West-Brabant
30-09-2024
18-10-2024
C/02/426561 / FA RK 24/4236
Personen- en familierecht
Rekestprocedure

Wvggz - zorgmachtiging - 3 maanden - rechtbank heeft er vertrouwen in dat betrokkene na een periode van 3 maanden voldoende stabiel is om noodzakelijke zorg te ontvangen in het vrijwillig kader.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht

Locatie Breda

Zaaknummer: C/02/426561 / FA RK 24/4236

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel

Beschikking van 30 september 2024 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene] ,

geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats] ,

wonende aan [woonadres] ,

hierna te noemen: betrokkene,

advocaat: mr. M.G. Hoogerwerf te Dordrecht.

1 Procesverloop

1.1

Het procesverloop blijkt uit:

- het verzoekschrift, ingekomen op 13 september 2024.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:

- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 10 september 2024;

- de medische verklaring van 4 september 2024, opgesteld en ondertekend door psychiater [psychiater] ;

- het zorgplan van 6 september 2024;

- een blanco zorgkaart;

- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;

- een afschrift de politiemutaties en het bericht dat er voor betrokkene geen justitiële documentatie is.

1.2

De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 30 september 2024, bij de accommodatie van [ggz-instelling] aan het [adres] te [plaats] .

1.3

Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:

- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;

- zorgverantwoordelijke, de heer [naam 1] ;

- casemanager, mevrouw [naam 2] .

Bij de mondelinge behandeling was aanwezig, maar is niet gehoord de partner van betrokkene.

1.4

De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2 Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:

- toedienen van medicatie;

- het verrichten van medische controles;

- beperken van de bewegingsvrijheid;

- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;

- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;

- opnemen in een accommodatie.

3 Standpunten

3.1

Op de vraag van de rechtbank hoe het met betrokkene gaat, antwoordt zij: ‘Het gaat goed, heel goed. Ik was verward en uiteindelijk denk ik dat ik te lang ben doorgerend met dingen. In de kliniek heb ik stil gezeten en dat heeft rust gegeven. Ik heb geleerd dat ik rust moet pakken. Er is de afgelopen jaren veel gebeurd en dat heeft zich opgebouwd. Achteraf ben ik blij met de opname, nu dat mij deed realiseren dat ik meer rust moet pakken. Ik ben vier keer opgenomen met een crisismaatregel en ben altijd vroegtijdig naar huis gegaan. ’

Desgevraagd ontkent betrokkene dat bij haar sprake is van middelengebruik, behoudens een dag het gebruik van flakka. Betrokkene staat neutraal tegenover een zorgmachtiging, al zou zij het liefst zorg ontvangen in een vrijwillig kader. Een zorgmachtiging als stok achter de deur is dan ook niet nodig. Volgens betrokkene neemt zij haar medicatie, omdat zij stabiel wil worden, ook voor haar zoontje.

3.2

De zorgverantwoordelijke verklaart, samengevat, dat een zorgmachtiging nodig is. Hoewel betrokkene zegt vrijwillig mee te zullen werken, is eerder ambulante hulpverlening niet van de grond gekomen, ondanks betrokkene aangaf daaraan mee te zullen werken. Daarnaast zijn er in de afgelopen periode vier opnamen nodig geweest. De rust en stabiliteit die betrokkene nu kent, moet gecontinueerd worden en dat lukt niet wanneer crisis op crisis volgt. Daarbij geldt dat een opname van betrokkene alleen nodig is als het ambulant heel slecht met betrokkene gaat. Eerder was betrokkene ambivalent tegenover medicatie, daarom dient toedienen van medicatie in de zorgmachtiging opgenomen te worden.

3.3

De casemanager vult hierop aan dat donderdag een afspraak met betrokkene wordt gemaakt om haar medicatie verder af te stellen.

3.4

De advocaat voert, samengevat, aan dat betrokkene, doordat zij ziekte-inzicht heeft, verband legt tussen de medicatie, de behandeling en het verward zijn. Zij kan op haar situatie terugkijken en is zich daarvan ook bewust. Haar motivatie om vrijwillige zorg te ontvangen is haar kind. Betrokkene wil voor haar kind kunnen zorgen en dat is haar drijfveer. Gelet hierop wordt primair verzocht om het verzoek af te wijzen. Bij betrokkene is het kwartje gevallen en daar moet op worden vertrouwd. Subsidiair, als de rechtbank een zorgmachtiging nodig acht, wordt verzocht deze toe te wijzen zonder daarbij een opname toe te staan. Het is nu niet voorzienbaar dat betrokkene opgenomen moet worden. Mocht het alsnog noodzakelijk zijn om betrokkene op te nemen, dan kan de zorgmachtiging worden gewijzigd. Daarnaast wordt verzocht om de duur van de machtiging te beperken tot drie maanden, zodat daarna kan worden bezien hoe het met betrokkene gaat.

4 Beoordeling

4.1

Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. De rechtbank heeft geen reden om aan de overgelegde stukken te twijfelen.

4.2

Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt. De rechtbank neemt hierbij onder andere in aanmerking dat betrokkene zich tijdens haar decompensatie verward gedroeg, zij mensen op straat aansprak, angstig was, zij zichzelf verwaarloosde en zij niet in staat was zichzelf te beschermen. Daarbij lijdt het contact tussen betrokkene en haar kind ook onder de stoornis van betrokkene.

4.3

Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.

4.4

Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Hoewel betrokkene nu aangeeft gemotiveerd te zijn om noodzakelijke zorg te ontvangen, heeft de rechtbank er op dit moment onvoldoende vertrouwen in dat met betrokkene (behandel)afspraken te maken zijn in een vrijwillig kader. De rechtbank betrekt daarin dat betrokkene eerder het nut van medicatie niet inzag en ambulante hulpverlening niet van de grond is gekomen. De rechtbank merkt daarbij ook op dat zij ziet dat het beter met betrokkene gaat en zij ziekte-inzicht lijkt te hebben. Die situatie is echter nog te pril. De stabiele situatie waarin betrokkene nu verkeert dient te worden gewaarborgd. Gelet op al het voornoemde is verplichte zorg nog nodig.

4.5

De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.

4.5.1

De vorm van verplichte zorg ‘toedienen van medicatie’ en ‘verrichten van medische controles’, zal de rechtbank overnemen in de zorgmachtiging nu de noodzaak daarvan op grond van de overgelegde stukken en de toelichting van de zorgverantwoordelijke genoegzaam is aangetoond. Hoewel betrokkene nu haar medicatie gebruikt en daarvoor zegt open te staan, is uit het verleden gebleken dat betrokkene het nut medicatie niet inziet. Betrokkene is nu stabiel, juist vanwege haar medicatie. Die situatie moet worden behouden.

4.5.2 ‘

Opnemen in een accommodatie’ alsmede de bijbehorende zorgmodaliteit ‘beperken van de bewegingsvrijheid’ zal de rechtbank eveneens toewijzen. Uit de verklaring van de zorgverantwoordelijke is gebleken dat deze zorgvormen enkel en alleen zal worden ingezet wanneer de situatie van betrokkene in het ambulante kader niet meer houdbaar is. De rechtbank verstaat hieronder de situatie dat betrokkene haar medicatie niet gebruikt en zij decompenseert. Een zorgmachtiging op dit punt is dan nodig als stok achter de deur en om de huidige stabiele situatie te kunnen waarborgen.

4.5.3

Ook ‘controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen’ zal de rechtbank toewijzen, enkel en alleen tijdens een opname van betrokkene.

4.5.4

De rechtbank bepaalt daarbij nog dat onder ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten’ moet worden verstaan dat betrokkene periodiek contact heeft met haar ambulant behandelteam en zij de door hen gegeven aanwijzingen opvolgt. Het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen is daarbij niet nodig. De rechtbank wijst deze vorm van verplichte zorg op deze wijze toe.

4.6

Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:

- toedienen van medicatie;

- het verrichten van medische controles;

- beperken van de bewegingsvrijheid;

- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;

- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten;

- opnemen in een accommodatie.

4.7

Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.

4.8

De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.

4.9

Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal, in afwijking van het verzoek, worden verleend voor de duur van drie maanden. De rechtbank gaat hiertoe over, nu zij er vertrouwen in heeft dat betrokkene na een periode van drie maanden voldoende stabiel is om noodzakelijke zorg te ontvangen in het vrijwillige kader. De rechtbank volgt hiermee het subsidiaire standpunt van de advocaat.

5 Beslissing

De rechtbank:

5.1

verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene], geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:

- toedienen van medicatie;

- het verrichten van medische controles;

- beperken van de bewegingsvrijheid;

- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;

- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, zoals is weergegeven onder rechtsoverweging 4.5.4;

- opnemen in een accommodatie;

5.2

bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 30 december 2024;

5.3

wijst af het meer of anders verzochte.

Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Benjaddi, rechter en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2024 in tegenwoordigheid van de griffier, en op 14 oktober 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.