Geneeskundige behandeling. Gedaagde erkent de behandeling te hebben ondergaan en betwist de hoofdsom en rente niet. Hij maakt bezwaar tegen de gemaakte buitengerechtelijke kosten en proceskosten, nu eiseres geen kosten meer had mogen maken toen zij ermee bekend werd dat gedaagde schuldhulpverlening had aangevraagd. Een schuldenregeling is nimmer tot stand gekomen en eiseres heeft gedaagde na de opheffing van zijn bewind nog regelmatig buitengerechtelijk aangeschreven. Gedaagde heeft daarop niet betaald. Eiseres is dan ook terecht tot dagvaarden overgegaan.
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders te Amersfoort,
tegen
[gedaagde]
,
wonende te [woonadres] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna “Infomedics” en “ [gedaagde] ” genoemd.
1 Het verloop van het geding
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding van 23 oktober 2023 met producties;
b. het extract audiëntieblad van de rolzitting van 22 november 2023;
c. de akte van 3 januari 2024 met producties;
d. het extract audiëntieblad van de rolzitting van 17 januari 2024.
2 Het geschil en de beoordeling
2.1
Infomedics vordert betaling van een bedrag van € 72,80, te vermeerderen met rente en kosten. Zij stelt dat [gedaagde] een behandeling bij een bij haar aangesloten medisch zorgverlener heeft ondergaan en de factuur onbetaald heeft gelaten. Op het verweer van [gedaagde] voert Infomedics aan dat haar gemachtigde zowel [gedaagde] , als zijn bewindvoerder, heeft aangeschreven. Ook na de opheffing van het bewind is [gedaagde] meerdere malen in de gelegenheid gesteld de vordering te voldoen. [gedaagde] is echter niet tot betaling overgegaan, zodat Infomedics terecht tot dagvaarden is overgegaan.
2.2
[gedaagde] heeft niet betwist dat hij de behandeling heeft ondergaan. Hij voert aan dat hij in de periode dat de behandeling plaatsvond nog onder bewind stond. De bewindvoerder had dit bedrag namens [gedaagde] moeten betalen. Na opheffing van het bewind heeft [gedaagde] contact opgenomen met schuldhulpverlening. Zij hebben een overzicht gemaakt van zijn schulden en proberen regelingen te treffen. [gedaagde] heeft dit op enig moment gemeld aan de gemachtigde van Infomedics. Infomedics heeft de dagvaarding toch uitgebracht, zodat onnodig kosten zijn gemaakt. [gedaagde] vindt het niet terecht dat hij de kosten moet voldoen.
2.3
De kantonrechter overweegt dat [gedaagde] erkent de behandeling te hebben ondergaan. Daarbij komt dat hij de hoogte en de verschuldigdheid van de hoofdsom niet betwist. Het bedrag van € 31,00 aan hoofdsom is dan ook toewijsbaar. De wettelijke rente over dit bedrag is eveneens toewijsbaar, omdat in artikel 6:119 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is opgenomen dat deze van rechtswege verschuldigd wordt als het verzuim is ingetreden.
2.4
[gedaagde] maakt bezwaar tegen de gemaakte kosten. De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde] van mening is dat hij deze kosten niet hoeft te voldoen, nu het op de weg van Infomedics had gelegen geen kosten meer te maken toen zij ermee bekend raakte dat [gedaagde] schuldhulpverlening had aangevraagd. De kantonrechter overweegt dat uit de wet voortvloeit (zie bijvoorbeeld artikel 6:29 BW) dat een eisende partij niet zomaar verplicht kan worden te accepteren dat een vordering op een andere wijze wordt betaald dan de wijze die voortvloeit uit de tussen partijen gesloten overeenkomst. Infomedics er dan ook toe overgaan stappen te nemen om haar vordering te innen. De door Infomedics gemaakte kosten zijn dan ook terecht gemaakt. Aan het verweer van [gedaagde] wordt voorbijgegaan.
2.5
De gevorderde buitengerechtelijke kosten van een bedrag van € 40,00 zijn toewijsbaar, nu is voldaan aan het vereiste van artikel 6:96 lid 6 BW (het verzenden van de veertiendagenbrief) en het gevorderde bedrag overeenkomt met het geldende forfaitaire tarief.
2.6
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de kant van Infomedics worden begroot op:
- dagvaardingskosten € 107,84
- griffierecht € 128,00
- salaris gemachtigde € 60,00 (1,5 punt à € 40,00)
- nakosten € 20,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 315,84
3 De beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Infomedics te betalen een bedrag van € 72,80, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 31,00 vanaf 17 oktober 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten van € 315,84, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet op tijd aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening betalen;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2024.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: