202200848/1/A2.
Datum uitspraak: 11 februari 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[appellant], wonend te Duiven,
appellant,
en
het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Duiven (hierna: het centraal stembureau),
verweerder.
Openbare zitting gehouden op 11 februari 2022 om 11:30 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. C.J. Borman, voorzitter
Staatsraad mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, lid
Staatsraad mr. A.W.M. Bijloos, lid
griffier: mr. M.A. Nieuwenhuizen
Verschenen:
het centraal stembureau, vertegenwoordigd door mr. M. Geleijnse;
de Kiesraad, vertegenwoordigd door mr. R.N.A. Al.
Het beroep richt zich tegen het besluit van het centraal stembureau van 4 februari 2022, waarbij is beslist over de geldigheid en nummering van de kandidatenlijsten en het handhaven van de kandidaten op, en de aanduidingen bovenaan, de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Duiven op 16 maart 2022.
Beslissing
De Afdeling verklaart het beroep ongegrond.
Gronden
• In artikel I 6, eerste lid, van de Kieswet is een limitatieve opsomming gegeven van de gevallen waarin het centraal stembureau een kandidaat van de lijst schrapt;
• [appellant] heeft aangevoerd dat dertien kandidaten op zes geldig verklaarde kandidatenlijsten de afgelopen raadsperiode als lid van de gemeenteraad of als lid van het college van burgemeester en wethouders hun taken niet naar behoren hebben uitgevoerd;
• Het aldus aangevoerde is niet aan te merken als een van de in artikel I 6, eerste lid, van de Kieswet vermelde gevallen.
w.g. Borman
voorzitter
w.g. Nieuwenhuizen
griffier
633